Ds. R.A. Schipper

  1. Moment v stilte
  2. Votum en zegen
  3. Gz 132: 6, 2, 3, 4, 5 (NB éérst vers 6! / / Dank u voor …)
  4. Gebed
  5. INTRO:
    • Elia- serie
    • Elia = Mijn God is Jahwe = van Hem moet je je geluk verwachten
    • Afgelopen zondag: 1 Kon 18 = Wil de ware God opstaan. Elia zelf al meegemaakt hoe God is. Vanavond stapje terug in de tijd: 1 Kon 17
  6. Bijbellezing: 1 Koningen 17: 1-16 (tekst preek: vers 7-16)
  7. Psalm 146: 3, 5, 7 (hulp aan hongerigen, vreemdelingen, weduwen!)
  8. Preek 1 Kon 17: 7-16
  9. Psalm 65: 1, 2, 3, 4, 5 (Levensliederen: tekst zie hieronder. Melodie is ongewijzigd)

  10. Dankgebed I
  11. Opwekking 355 (U die mij geschapen hebt)
  12. Dankgebed II, gebedspunten uit gemeente
  13. Collecte St Gave
  14. Gz 141: 3 (Lof, eer en prijs zij God)
  15. Zegen



Psalm 65

Deze tekst is afkomstig uit: David Heek & René Barkema, Levensliederen. 25 Psalmen in het Nederlands van nu (Uitgeverij Plateau, 2014). De tekst is vrij te gebruiken tijdens kerkdiensten of in eigen kring. Kijk voor meer Levensliederen op: www.levensliederen.net

1. Wij zingen met verstild verlangen:
God, die aan Sion hecht,
u zult van ons de dank ontvangen
die u is toegezegd.
U hoort wat mensen aan u vragen,
bij u komt al wat leeft.
Zelf kan ik al mijn schuld niet dragen –
dank dat u ons vergeeft.

2. Gelukkig wie u wilt onthalen,
verwelkomt in uw huis.
De heiligheid daar doet ons stralen,
de goedheid bij u thuis.
U antwoordt machtig en rechtvaardig,
u redt ons, neemt ons mee.
U bent de hoop van heel de aarde
en van de verste zee.

3. U die de bergen wist te vormen
– een machtig mooi idee! –
u stilt verwoestend zware stormen,
het schuimen van de zee.
U stopt het woeden van de volken,
vervult hen met ontzag.
Zelfs mensen heel ver weg vertolken
luid juichend uw gezag.

4. U onderhoudt het land met regen
en zorgt dat alles groeit.
U geeft rivieren vol met zegen,
zodat de akker bloeit.
U maakt het land geschikt voor koren,
uw arm raakt nooit vermoeid:
u klieft de kluiten, vult de voren
en zegent al wat groeit.

5. U kroont het jaar met uw geschenken,
het druipt van overvloed.
U wilt het droge land doordrenken,
wat bent u gul en goed!
De dalen kleuren blond van koren
de weiden bont van vee,
De heuvels laten van zich horen,
de bergen juichen mee.