Ds. L. de Jong

  1. Votum en groet
  2. Gez. 174:1 en 2
  3. Gebed
  4. Lezen: Petrus 2:1-10
  5. Prediking
  6. Psalm 34 (Levensliederen) Zie tekst onderaan.
  7. Geloofsbelijdenis n.a.v. 1 Petrus
  8. Psalm 118:1, 6 en 8
  9. Gebed
  10. Collecte
  11. Psalm 36:2 en psalm 68:8
  12. Zegen
  13. Gezang 10

 
Ps. 34 uit de bundel: Levensliederen.
 
1| Allen
Aan God geef ik de eer,
hem maak ik groot, mijn leven lang.
Blij en met trots klinkt mijn gezang
vol vreugde voor de HEER.
Constant klinkt in refrein:
‘Aanbid de HEER, want hij is rijk!’
Doe met mij mee, ja, tegelijk;
zing groots, al ben je klein.
 
2| Vrouwen
Eens zocht ik naar de HEER,
hij heeft mij uit mijn angst bevrijd.
Fris sta ik op, ik straal verblijd,
ik voel geen schaamte meer.
Gekweld riep ik tot hem,
de HEER heeft alles goed gemaakt.
Hij stuurt zijn engel en bewaakt
wie luistert naar zijn stem.
 
3| Mannen
Intens, vol smaak en zoet
is Gods genade, proef en kijk!
Ja, schuil bij hem, de HEER is rijk,
hij maakt het leven goed.
Kijk naar een jonge leeuw:
die komt soms bijna om van trek –
Leef met de HEER en elk gebrek
smelt weg als was het sneeuw.
 
4| Vrouwen
Mijn kinderen, weet goed
hoe je respect hebt voor de HEER.
Noem mij de man die keer op keer
laat zien hoe hij dat doet!
Ontdek het: spreek geen kwaad,
verlang naar vrede, zoek die echt.
Pleeg geen bedrog, maar wees oprecht,
pas op voor roddelpraat.
 
5| Mannen
Roep naar de HEER, hij ziet
de pijn van wie rechtvaardig leeft,
Steunt wie een hart vol zorgen heeft,
hoort zijn intens verdriet.
Terwijl hij lijdt – alleen –
spaart God zijn benen, allebei.
Uiteindelijk komt God dichtbij,
hij helpt hem er doorheen.
 
6| Allen
Voor wie oprechten haat
verbergt de HEER zijn aangezicht.
Wie duivelswerk en kwaad verricht –
God zorgt dat hij vergaat.
Zo straft hij, maar hij spaart
het leven van wie hem bemint;
wie in de HEER een schuilplaats vindt,
wordt schuldeloos verklaard.